Ouessant is een Frans eiland in het Kanaal van 15,6 vierkante kilometer groot. Er wonen zo’n 900 mensen. Een eiland met een bar klimaat. Veel wind en regen, weinig beschutting van bomen. Op de schrale grond tussen de rotsen groeit weinig gras. Het schaap dat naar dit eiland is vernoemd, wist zich wonderwel aan te passen aan deze omstandigheden. Het krijgt slechts één lam per jaar. En het is klein.

Hoe kwam dit schaap in Nederland? Het verhaal gaat dat een arts en een tandarts uit Gelderland de eerste dieren in 1972 uit Frankrijk mee naar Nederland namen. Gewoon in de kofferbak.

Het Ouessantschaap is klein en rechthoekig gebouwd. Volwassen rammen wegen ±20 kg. en mogen een schofthoogte hebben van maximaal 49 cm. De rammen bezitten indrukwekkende horens. Volwassen ooien wegen ±15 kg. en mogen een schofthoogte hebben van maximaal 46 cm.

Bij het Ouessantschaap komen oorspronkelijk vier kleuren voor: zwart, wit, bruin en grijs, waarbij de zwarte kleur het meeste voorkomt. De wol is lang met een zeer dichte ondervacht, die bescherming biedt aan het ruwe zeeklimaat van het eiland van oorsprong.  

Het is het kleinste schaap ter wereld en misschien ook wel het gemakkelijkste. Ouessantschapen zijn erg rustig en worden gemakkelijk tam.

Ouessant-schaapjes hebben net als geiten twee lellen langs hun keel hangen. Door hun weelderige wol zijn die lellen vrijwel onzichtbaar. Ervaren schapenscheerders moeten dus wel even gewaarschuwd worden.

Ouessanten zijn sobere schapen, dit betekent dat ze met eenvoudige voeding kunnen leven. Ze eten graag gras en af en toe een boomblaadje. Verder dagelijks hooi en speciale schapenbrokjes. Een emmer water en eventueel een liksteen of mineralenblok, meer heeft een Ouessant niet nodig.
Het is pas noodzakelijk de dieren bij te voeren wanneer het gras op raakt. Wat hooi en wat schapenbrok. Maar zeker niet te veel. Dan zouden de dieren maar vervetten.

Ouessanten kunnen zeker 10 jaar oud worden en ook zijn er dieren bekend die 15 /16 jaar oud geworden zijn.

Gezondheid
Ziekten komen verder nauwelijks voor. Scrapie en zwoegerziekte zijn nooit vastgesteld. Ook Myiasis bij schapen is bij de Ouessant een zeldzame aandoening, vanwege de structuur van de wol. Onder de wol bevindt zich nog een laag ‘onderwol’, waar vliegen niet graag inkruipen. Alleen bij extreem vochtig en warm weer kan Myiasis de kop opsteken. Vanwege deze woleigenschappen dienen Ouessants niet te vroeg geschoren te worden. Pas wanneer de wol enigszins vanzelf loslaat, meestal ergens in juni, zijn de dieren eraan toe.